Spraak
Op het gebied van de spraak kunnen diverse problemen voorkomen:
- stotteren
- vertraagde of afwijkende spraakontwikkeling (bij kinderen)
- algemene spraakproblemen, zoals binnenmonds spreken, slissen
- verlamming van de spraakspieren na bv. een hersenbloeding of hersenbeschadiging (dysartrie)
- spraakproblemen ten gevolge van een neurologische ziekte, bv. ziekte van Parkinson, MS, ALS
- afwijkende ontwikkeling van de spraak ten gevolge van een schisis (aangeboren lip- of gehemeltespleet).
Enkele van deze spraakstoornissen worden hiernaast uitgebreider besproken.
Dysartrie
Dysartrie is een spraakstoornis die ontstaan is door een neurologische aandoening zoals de ziekte van Parkinson, ALS (amyotrofe lateraal sclerose), na een beroerte (CVA) of na een ongeval.
Mensen met dysartrie zijn moeilijk te verstaan, wat problemen geeft in de communicatie.
Door middel van oefeningen wordt het spreken zo goed als mogelijk verbeterd.
Soms is het doel van de behandeling het vertragen van achteruitgang in het spreken.
Bij ernstige dysartrie, als spreken niet of nauwelijks mogelijk is, moet soms gezocht worden naar een alternatief communicatiemiddel.
Parkinson
De ziekte van Parkinson is een neurologische aandoening waarbij de bewegingsstoornissen het meest opvallend zijn: beven(tremor), spierstijfheid en bewegingstraagheid. De ziekte kent een progressief verloop en is niet te genezen. Dankzij de vooruitgang in medische behandelmogelijkheden kan de ziekte tegenwoordig langer onder controle worden gehouden. Zie ook: www.parkinson-vereniging.nl
Logopedische problemen die bij de ziekte van Parkinson kunnen optreden zijn:
- moeite met spreken: een zachte monotone stem, onduidelijke spraak en moeite om in hetzelfde tempo te blijven spreken, met als gevolg wisselende verstaanbaarheid.
- moeite met kauwen en slikken: slikstoornissen, zoals verslikken en traag kauwen en slikken.
- moeite met speekselbeheersing: speekselverlies als gevolg van niet tijdig wegslikken van speeksel.
Het doel van de logopedische behandeling is meestal het verbeteren van de verstaanbaarheid en de communicatie. Ook worden adviezen gegeven met betrekking tot het eten en drinken, waarbij kan worden samengewerkt met een diëtist. De familie wordt, indien gewenst, zoveel mogelijk bij de behandeling betrokken.
ParkinsonNet
Onze praktijk is aangesloten bij het Parkinsonnet.
Dit is een landelijk netwerk van zorgverleners die gespecialiseerd zijn in het behandelen en begeleiden van mensen met de ziekte van Parkinson. Deze zorgverleners beschikken over veel kennis over de ziekte en stemmen hun behandelingen zoveel mogelijk op elkaar af.
Zie ook: www.ParkinsonNet.nl
Stotteren
Stotteren wordt gekenmerkt door een verstoring van de vloeiendheid in het spreken: klanken worden herhaald of verlengd of de woorden worden er als het ware uitgeperst. Bij ernstige vormen van stotteren kan spreekangst ontstaan.
Stotteren begint meestal op jonge leeftijd. Toch leidt niet alle onvloeiendheid bij jonge kinderen tot stotteren op latere leeftijd. Met behulp van de Screeningslijst voor Stotteren kan bekeken worden in hoeverre een kind het risico loopt stotteren te ontwikkelen. Als dit het geval is, is het altijd raadzaam een logopedist of stottertherapeut te raadplegen, hoe jong het kind ook is. Vroegtijdige begeleiding kan problemen op latere leeftijd voorkomen.
Ook op latere leeftijd kan logopedische behandeling van stotteren zinvol zijn.
Meer informatie over stotteren:
Vertraagde spraakontwikkeling
De spraakontwikkeling noem je vertraagd wanneer een jong kind in zijn spraak duidelijk achterblijft bij leeftijdgenootjes. Het kind spreekt (nog) niet of opvallend onduidelijk. Een vertraagde spraakontwikkeling kan samenhangen met andere stoornissen zoals slechthorendheid of een algehele achterstand. Maar het komt ook voor dat het kind slecht spreekt zonder dat er een duidelijke oorzaak voor gevonden wordt.
Een vertraging in de spraakontwikkeling geeft problemen: het kind wordt door de omgeving niet begrepen en het kan zich niet goed uiten. Dit kan tot gedragsproblemen leiden: het kind wordt opstandig en driftig als het niet begrepen wordt of het gaat zich juist steeds meer terugtrekken. Ook het leren op school kan moeizamer verlopen.
De logopedist doet uitgebreid onderzoek naar de spraak van het kind. Daarbij worden ondermeer gestandaardiseerde testen gebruikt. Vaak is het zo dat een kind bepaalde klanken wel los kan zeggen maar nog niet 'ontdekt heeft' hoe het die klanken in woorden, in combinatie met andere klanken, kan gebruiken. Dit kan stap voor stap en spelenderwijs geoefend worden, ook al met hele jonge kinderen.
Soms is het zo dat een kind ook echt moeite heeft om spraakklanken op zich goed te vormen; er lijkt dan sprake van een extreme 'onhandigheid' in het spreken en vaak zie je dan een heel wisselend beeld: woorden worden steeds op een andere manier uitgesproken. In zo'n geval kan het gaan om een verbale ontwikkelingsdyspraxie.
Ook dan is er met logopedische therapie vooruitgang te boeken.